Tijdens het sporten kan gemakkelijk letsel ontstaan door toedoen van andere sporters. Wanneer tijdens een sport- of spelsituatie een deelnemer een andere deelnemer lichamelijk letsel toebrengt, is er minder snel sprake van onrechtmatig handelen dan wanneer deze gedraging niet tijdens het sporten plaatsvindt. Als gevolg hiervan is er dus ook minder snel recht op schadevergoeding voor het slachtoffer via de aansprakelijkheid van de veroorzaker.
Uit de rechtspraak blijkt wel dat er sneller sprake is van onrechtmatig handelen als de volgende gedragingen zich voordoen:
> opzettelijk, met grove roekeloosheid of met grove schuld handelen;
> in grove strijd met de spelregels handelen; onvoorziene gedragingen waartoe het spel niet uitlokt;
> in strijd met de tuchtregels handelen van de vereniging.
In de praktijk blijkt er vaak onvoldoende bewijs voor het onrechtmatig handelen. Het is van groot belang dat u dus direct bewijs verzamelt. Vraag omstanders/medespelers te getuigen, misschien zijn er wel video opnames gemaakt, en doe eventueel aangifte bij de politie als u inderdaad de veroorzaker wil aanspreken op zijn of haar aansprakelijkheid.
Er zijn echter vaak ook verzekeringen afgesloten voor de correct bij een club of federatie aangesloten sporter waar u beroep op kunt doen ook al is er geen directe schuldige aansprakelijkheid en gaat het dus werkelijk om een sportongeval. Ook in deze omstandigheden kan u een beroep doen op een medische expertise om aan de verzekering aan te tonen wat de werkelijk geleden schade is.