U kunt ook kiezen voor een gerechtelijke expertise in plaats van een minnelijke medische expertise. Een voordeel is dat u dan nog in beroep kan gaan tegen de beslissing van de gerechtsdeskundigen (=”wetsdokter”). Wanneer de standpunten zeer uiteenlopend zijn dan is dit een mogelijke betere piste. Vooraleer een overeenkomst tot minnelijke medische expertise (“M.M.E.”) te ondertekenen is het aangewezen contact op te nemen met uw raadsgeneesheer (en eventueel met uw advocaat), omdat er soms betere vergoedingen volgen wanneer er een gerechtelijke expertise wordt georganiseerd in plaats van een gebruikelijk “MME”.
Dit kan vooral om de volgende redenen het geval zijn:
– de raadsgeneesheer van uzelf en deze van tegenpartij hebben geen goede verstandhouding (zodat een minnelijke expertise om persoonlijke redenen niet aangewezen is) ;
– de medische besluiten van de wederzijdse raadsgeneesheren liggen al te ver uit elkaar (zodat geen overeenstemming kan worden verwacht) ;
– het gaat om een complexe of zwaarwichtige aangelegenheid, die heel wat tijd of meerdere bijkomende onderzoeken vergt.
In de omgekeerde gevallen zal toch best voor een M.M.E. worden gekozen, omdat er anders geen oplossing voor de discussie komt.
Is er is géén vergelijk mogelijk en één der partijen wend zich tot de bevoegde rechtbank (Eerste Aanleg voor burgerlijke zaken, Arbeidsrechtbank voor geschillen in arbeidsongevallen, Politierechtbank voor verkeersongevallen). De rechter hoort alle betrokken partijen en stelt gewoonlijk een dokter aan (ook gerechtsdeskundige genoemd). De opdracht van deze dokter wordt omschreven in het vonnis en de dokter moet op elke vraag een antwoord even.
Gewoonlijk vraagt de rechter om een beschrijving te geven van de letsels, een raming van de tijdelijke en van de blijvende toestand, even als bijkomende dingen zoals pijn en smarten, littekens, enzovoort…
Deze procedure kan wel lang duren. De deskundige moet door één van de advocaten van de partijen “in werking worden gesteld”. Nadat de rechter zijn vonnis heeft uitgesproken, kan er immers door partijen beroep aangetekend worden wat de hele procedure weer zal vertragen natuurlijk. Is dit het geval, dan zal de deskundige immers meestal niet in werking worden gesteld.
Nadat de deskundige in werking werd gesteld, vraagt deze aan de partijen welke geneesheer de belangen van de partijen zal verdedigen. Eens deze namen gekend, wordt in overleg een datum voor een eerste zitting afgesproken. U als slachtoffer wordt dan ook uitgenodigd.
Tijdens deze zitting zal het slachtoffer ondervraagd worden met betrekking tot ongeval geschiedenis, de verleende eerste zorgen, verdere medische zorg, aard van de letsels, behandelingen, revalidatie, enzovoort… Maar de deskundige zal waarschijnlijk ook andere informatie vragen: leeftijd, schoolopleiding, beroepsopleiding, plaats en duur van tewerkstelling, hobby’s, sport, of je getrouwd bent en kinderen hebt, of vader en moeder nog leven, of ze gezond waren. Ook je persoonlijke medische geschiedenis zal gevraagd worden: voorgaande ziektes, ingrepen, ongevallen, heelkunde, of je medicijnen inneemt, …
Je merkt het: een hele boterham.
Het is daarom ook zeer belangrijk om goed voorbereid naar de zitting te gaan. Zorg dat je alle “medische stukken” bij je hebt: alle mogelijk verslagen, attesten, brieven van de specialist, data van hospitalisatie, data van kinesitherapie, datum van werkhervatting …
Indien de eerste zitting niet volstaat om conclusies te maken, bijvoorbeeld omdat de deskundige nog bijkomend een radiografie wil laten maken, of omdat het slachtoffer nog bezig is met revalidatie, dan komt er – later – een tweede zitting.
Nadat het slachtoffer door de deskundige werd ondervraagd, zal het slachtoffer door de deskundige een medisch onderzoek (lichamelijk) ondergaan. De deskundige wil weten hoe goed je kan bewegen, dus zal hij vragen om je kledij uit te doen, ondergoed mag je aanhouden. Hou dus rekening met dit lichamelijk onderzoek (gewassen, propere kledij…). De deskundige zal je letsels nakijken en evalueren wat de beweeglijkheid is van je hoofd, nek, wervelzuil, armen en benen. Als de werkzaamheden zijn beëindigd, maakt de deskundige zijn “deskundig verslag” en stuurt dat naar de partijen in “voorlezing”. De partijen krijgen dan nog 1 maand de tijd om eventueel opmerkingen te formuleren.
De geneesheer die u heeft bijgestaan tijdens de zitting, kan u reeds heel wat informatie bezorgen: was er tussen de partijen een akkoord tijdens de zitting, dat is het vaak ongebruikelijk om nog opmerkingen te formuleren. De deskundige formuleert een antwoord en stuurt zijn verslag terug naar de rechter.
De procedure volgt dan terug de normale weg via de gebruikelijke weg. De rechter volgt – in een nieuw vonnis – gewoonlijk het advies van de deskundige, en formuleert een uitspraak.
Het is dus ten zeerste aan te raden dat u zich laat bijstaan door een eigen raadsgeneesheer wanneer u door de gerechtsdeskundige wordt uitgenodigd, immers de verzekering vaardigt doorgaans ook zijn eigen raadsgeneesheer af. Deze verzekeringsdokters zijn meestal zeer ervaren en kennen het klappen van de zweep.